Uitspraak
19.4023 PW-PV
BESLISSING
26 september 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 18 maart 2019 (bestreden besluit) heeft het college de aanvraag om bijstand van appellant afgewezen. Aan de besluitvorming ligt ten grondslag dat appellant niet heeft aangetoond zijn hoofdverblijf op het opgegeven adres te hebben waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De gronden die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd zijn in essentie een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is in de rechtsoverwegingen 4.1, 4.2 en 4.3 gemotiveerd op die gronden ingegaan. De Raad kan zich geheel vinden in het oordeel van de rechtbank en in de overwegingen waarop dat oordeel rust.