ECLI:NL:CRVB:2020:2909
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant uit Turkije tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 6 maart 2020. De kern van de zaak betrof de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald.
De appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 131,- tijdig te voldoen. Ondanks meerdere herinneringen en een verzoek om verlenging van de betalingstermijn, was het griffierecht niet op tijd bijgeschreven op de aangegeven bankrekening. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest, en concludeerde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.
De uitspraak werd gedaan door A.M. Overbeeke, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.