Uitspraak
19.3182 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant op 5 september 2018 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend, waarbij hij stelde dat hij op een bepaald adres woonde. Na een huisbezoek op het opgegeven adres, waaruit bleek dat de feitelijke situatie niet overeenkwam met de verklaringen van appellant, heeft het college de aanvraag afgewezen. De rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij wel degelijk op het opgegeven adres woonde en dat zijn onjuiste informatie tijdens het spreekkamergesprek te wijten was aan zijn psychische gesteldheid. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf op het opgegeven adres had. De onderzoeksbevindingen tijdens het huisbezoek waren niet in overeenstemming met de verklaringen van appellant, en zijn stelling dat zijn psychische gesteldheid de oorzaak was van de onjuiste informatie, werd niet onderbouwd met controleerbare gegevens. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was om te oordelen dat appellant recht had op bijstand.