ECLI:NL:CRVB:2020:2853
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Gümus, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 6 juli 2018. Dit hoger beroep is echter ingetrokken op 2 januari 2020, omdat appellante geen belang meer had bij een oordeel van de Centrale Raad van Beroep over de aangevallen uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 3 mei 2018. De Raad heeft vastgesteld dat de beslissing op bezwaar van 6 juli 2018 betrekking had op andere materie dan de besluiten waarop de aangevallen uitspraak betrekking had. Hierdoor was het Uwv niet tegemoetgekomen aan appellante in de zin van de relevante wetgeving, wat betekent dat het verzoek om proceskostenveroordeling niet kon worden toegewezen. De Raad heeft het verzoek om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante afgewezen. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 november 2020.