ECLI:NL:CRVB:2020:2825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant, die eerder als online service manager werkte, had zich ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten en verzocht om een urenbeperking op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank had geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd had waarom appellant niet in aanmerking kwam voor een urenbeperking. Appellant was het hier niet mee eens en stelde dat hij op basis van het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis recht had op een urenbeperking. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende had gemotiveerd dat er geen aanleiding was voor een urenbeperking en dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht had vastgesteld op 38,20%. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om een onafhankelijke deskundige in te schakelen. De uitspraak benadrukt het belang van de medische beoordeling door verzekeringsartsen en de noodzaak voor appellant om voldoende bewijs te leveren voor zijn claims.