ECLI:NL:CRVB:2020:2811
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
Op 13 november 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/5109 AOW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellant, die in Marokko woont, tegen een eerdere beslissing van de Raad waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad had geoordeeld dat het griffierecht niet was voldaan en dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij vanwege omstandigheden in Marokko, zoals problemen met het overmaken van geld naar het buitenland en vertragingen in de post, niet in verzuim was geweest. Tijdens de zitting op 2 oktober 2020 was appellant niet aanwezig en de Sociale Verzekeringsbank (Svb) had zich ook niet laten vertegenwoordigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant overwogen, maar kwam tot de conclusie dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat appellant niet in verzuim was. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 13 november 2020, door rechter C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier R.H. Koopman.