Uitspraak
19.4354 AW
9 september 2019, 19/956 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Het vorenstaande in ogenschouw genomen is aannemelijk geworden dat de functie in al zijn facetten, waaronder de inhoud van het werk, de werkdruk en de werkomgeving, onvoldoende paste bij de mogelijkheden, beperkingen en behoefte aan begeleiding van appellante. Gelet op het beperkte toetsingskader als weergegeven in 4.1, is de Raad van oordeel dat het ontslag op redelijke grond is verleend waarbij de minister geen geschreven of ongeschreven rechtsregel heeft geschonden.