ECLI:NL:CRVB:2020:2798
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-gemelde verkoopactiviteiten op Marktplaats
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die sinds 4 maart 2011 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, had zijn bijstandsuitkering zien intrekken en teruggevorderd door het college van burgemeester en wethouders van Enschede. Dit gebeurde naar aanleiding van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij bleek dat de appellant sinds 2011 regelmatig goederen, waaronder dvd's, verkocht via Marktplaats zonder dit te melden. Het college had vastgesteld dat appellant in de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2017 bijna vijfduizend advertenties had geplaatst, wat niet als incidentele verkoop van privégoederen kon worden beschouwd.
De Raad oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van zijn verkoopactiviteiten, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigde de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de gemaakte kosten, maar oordeelde dat de opgelegde boete van € 1.260,- te hoog was. Na een nader besluit van het college werd de boete verlaagd naar € 450,-, wat de Raad als evenredig beschouwde aan de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van 12 maart 2018 gegrond, maar het beroep tegen het nader besluit van 18 september 2020 werd ongegrond verklaard. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant tot een bedrag van € 2.100,-.