ECLI:NL:CRVB:2020:2710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verzuim in het indienen van beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 november 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellant had hoger beroep ingesteld, maar heeft verzuimd om de beroepsgronden in te dienen. De gemachtigde van appellant kreeg herhaaldelijk de gelegenheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. De Raad oordeelde dat er geen redenen zijn aangevoerd die het verzuim zouden kunnen verontschuldigen. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk werd behandeld. De uitspraak is gedaan door A.M. Overbeeke, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.