Uitspraak
19 46 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant, die zich op 30 mei 2016 ziek meldde, had een Ziektewet (ZW) uitkering ontvangen. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 30 juni 2017, omdat de appellant in staat werd geacht meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de beperkingen van de appellant correct waren vastgesteld. De appellant voerde aan dat zijn medische situatie niet juist was beoordeeld en dat hij niet over voldoende middelen beschikte om een deskundige in te schakelen, wat volgens hem in strijd was met het beginsel van equality of arms. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht geen deskundige heeft benoemd, omdat de appellant voldoende gelegenheid had om zijn standpunt te onderbouwen met medische stukken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de geschiktheid van de geselecteerde functies voor de appellant.