ECLI:NL:CRVB:2020:27
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
Op 8 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante. Appellante, die in 2011 uitviel met lichamelijke klachten, ontving aanvankelijk een loongerelateerde WGA-uitkering, die later werd omgezet in een WGA-loonaanvullingsuitkering. Na een herbeoordeling in 2016, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid op 80 tot 100% werd vastgesteld, heeft het Uwv in 2017 de WIA-uitkering van appellante ingetrokken, omdat de arbeidsongeschiktheid volgens hen was vastgesteld op minder dan 35%. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij 100% arbeidsongeschikt is na twee operaties aan de rechterpols. De Raad heeft echter geoordeeld dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat de FML van 8 maart 2017 een juist beeld geeft van de mogelijkheden van appellante. De rechtbank heeft de medische grondslag van het bestreden besluit onderschreven en geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de geschiktheid van appellante voor de geselecteerde functies. De Raad heeft het standpunt van appellante dat het onderzoek onzorgvuldig was, verworpen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 januari 2020.