ECLI:NL:CRVB:2020:2698
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 4 november 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/4855 WAO. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant, die in Marokko verblijft, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 oktober 2019. De gemachtigde van de appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 128,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.