ECLI:NL:CRVB:2020:2657
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering uitbetaling plusuren na ontslag en de toepassing van de Ambtenarenwet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante, werkzaam bij de gemeente Westland, had verzocht om uitbetaling van plusuren die zij had opgebouwd voor haar ontslag op 1 mei 2017. Het college van burgemeester en wethouders van Westland had haar verzoek om uitbetaling van deze plusuren afgewezen, evenals haar verzoek om teruggave van verloren verlofuren. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank volledig onderschreven. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de plusuren die zij had geregistreerd in het systeem TIM, ook rechtsgeldig waren voor uitbetaling. De Raad benadrukte dat de registratie van plusuren in het systeem Joost-XL diende te gebeuren, en dat er geen voorafgaande afspraken waren gemaakt over de registratie en uitbetaling van deze plusuren. De Raad concludeerde dat er geen schending was van de norm uit artikel 125ter van de Ambtenarenwet, die vereist dat een werkgever zich als een goed werkgever gedraagt.
De uitspraak bevestigt dat de appellante niet in haar recht staat om de plusuren uitbetaald te krijgen, omdat zij niet had voldaan aan de vereisten die in de nieuwe verlofmodule waren vastgesteld. De Raad heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.