ECLI:NL:CRVB:2020:2605
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de weigering van een nabestaandenuitkering aan appellante. De Svb had eerder de uitkering ingetrokken omdat appellante niet voor minstens 45% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante had hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep ongegrond. De Raad heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij de medische situatie van appellante centraal stond. De onafhankelijke verzekeringsarts F.J. Perquin werd ingeschakeld om de gezondheidstoestand van appellante te beoordelen. Perquin concludeerde dat appellante lijdt aan een hypermobiliteitssyndroom, maar dat dit niet leidde tot een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45% of meer. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om de rapporten van de deskundigen niet te volgen en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad concludeerde dat appellante niet benadeeld was door de aanpassing van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat de geduide functies nog steeds geschikt waren voor haar. De beslissing van de Svb om de nabestaandenuitkering te weigeren werd daarmee bevestigd.