ECLI:NL:CRVB:2020:2527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens gebrek aan informatie en communicatieproblemen
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand aan appellanten, die vanaf 24 januari 2017 bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch ongegrond verklaarde. Het college had de bijstand van appellanten per 4 september 2017 opgeschort, omdat appellant niet de benodigde inlichtingen had verstrekt tijdens een gesprek met een medewerker van de opsporingsdienst. Appellant had het gesprek op 4 september 2017 beëindigd, waarna hij ook niet op een vervolgafspraak op 6 september 2017 was verschenen.
De Raad stelt vast dat appellant door zijn gedrag niet de voor de bijstand relevante inlichtingen heeft verstrekt. Appellanten voeren aan dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met de ernstige psychiatrische problematiek van appellant, die zijn gedrag zou verklaren. De Raad oordeelt echter dat, hoewel de psychische problemen van appellant zijn erkend, dit niet betekent dat hij niet in staat was om de gevraagde informatie te verstrekken. De Raad concludeert dat het college terecht heeft gehandeld door de bijstand in te trekken, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.