ECLI:NL:CRVB:2020:2510
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor eigen bijdragen kosten rechtsbijstand wegens niet tijdige aanvraag en gebrek aan bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg. De appellant had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor kosten van rechtsbijstand en andere uitgaven. De aanvragen werden afgewezen omdat deze niet tijdig waren ingediend en er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De rechtbank had de eerste aanvraag ongegrond verklaard en de tweede aanvraag gegrond, maar het college had de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand ten onrechte afgewezen. De Raad oordeelde dat de aanvragen voor de niet vergoede kosten niet binnen de vereiste termijn waren ingediend en dat het college zijn beleid consistent had toegepast. De appellant stelde dat hij door de korte termijn van twee maanden in zijn situatie niet in staat was om juridische bijstand te verkrijgen, maar de Raad oordeelde dat dit geen bijzondere omstandigheden vormde. De kosten van het deskundigenrapport werden ook afgewezen omdat deze niet als noodzakelijke kosten konden worden aangemerkt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees de hoger beroepen af.