ECLI:NL:CRVB:2020:2445
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van maatregel van 100% verlaging van bijstand wegens niet voldoen aan sollicitatieverplichtingen
Op 29 september 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 augustus 2018. De zaak betreft een maatregel van 100% verlaging van de bijstand gedurende de maand december 2017, omdat appellante niet heeft gesolliciteerd. Appellanten, bestaande uit [Appellant 1] en [Appellant 2], hebben aangevoerd dat appellante niet heeft gesolliciteerd vanwege gezondheidsredenen en de zorg voor hun drie kinderen, waarvan de middelste extra aandacht nodig heeft. In hoger beroep is toegevoegd dat hun jongste kind destijds jonger was dan vijf jaar.
De rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak gemotiveerd overwogen dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat appellante geen enkel verwijt treft. Hierdoor was het college niet verplicht om af te zien van het opleggen van de maatregel, aangezien er geen sprake was van omstandigheden die het college zouden dwingen om de maatregel aan te passen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het college de persoonlijke omstandigheden van appellanten in zijn beoordeling heeft betrokken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en voegde hieraan toe dat het feit dat appellante een kind jonger dan vijf jaar heeft, niet automatisch leidt tot ontheffing van de arbeidsverplichting. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de eerder genoemde overwegingen.