ECLI:NL:CRVB:2020:2395
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststellen draagkracht bij verlenen bijzondere bijstand voor kosten bewindvoerder
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ongegrond heeft verklaard. Appellanten, die onder bewind zijn gesteld, hebben bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van bewindvoering. Het college heeft bijzondere bijstand verleend, maar de hoogte van de draagkracht vastgesteld op € 39,19 per maand, wat leidde tot een lagere bijstandsverlening dan appellanten hadden verwacht. Appellanten zijn van mening dat het college niet conform het beleid heeft gehandeld bij de berekening van de draagkracht en dat er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van het beleid wordt afgeweken. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat het college binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling heeft gehandeld. De Raad heeft vastgesteld dat de draagkracht correct is berekend en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.