ECLI:NL:CRVB:2020:2223
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door [X], hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 9 april 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Vervolgens heeft appellante op 29 april 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek gesloten.
De Raad overweegt dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. In dit geval is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 2.362,50, bestaande uit kosten voor rechtsbijstand in bezwaar, beroep en hoger beroep.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de kosten voor een juridische deskundige niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat deze niet nader zijn gespecificeerd. Voor het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 september 2020.