Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
L.R. Scherpenzeel-Carlier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.L.A.M. van Os, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 13 februari 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Op 16 maart 2020 heeft mr. Van Os namens appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. Het Uwv heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft, onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten.
De Raad overweegt dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen, wat de intrekking van het hoger beroep rechtvaardigt.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 3.186,20. Dit bedrag omvat kosten voor rechtsbijstand in bezwaar, beroep en hoger beroep, evenals reiskosten voor het bijwonen van de zittingen. De uitspraak is gedaan door M. Schoneveld, in aanwezigheid van griffier L.R. Scherpenzeel-Carlier, en is openbaar uitgesproken op 16 september 2020.