Uitspraak
18.6330 AOW
OVERWEGINGEN
artikel 16, tweede lid, van de AOW en het daarop gebaseerde beleid van de Svb - geoordeeld dat de Svb de situatie van appellant terecht niet als een bijzonder geval heeft aangemerkt. Nu geen sprake is van een bijzonder geval wordt niet toegekomen aan de vraag of sprake is van financiële hardheid. Met de aanpassing van de ingangsdatum naar 1 februari 2017 is gekozen voor een praktische oplossing, die niet nadelig is voor appellant en daarom is toegestaan. Appellant heeft recht op een ouderdomspensioen op grond van de AOW vanaf
1 februari 2017 en daarmee ook op de nabetaling.
15 februari 2017 naar 1 februari 2017. Appellant ziet dit als een vorm van diefstal van de samenleving.
artikel 16, tweede lid, van de AOW.
1 februari 2017.
9 of 15 februari 2017. Ook ter zitting heeft de Svb afdoende uitgelegd waarom destijds bij verzoeken om herziening met terugwerkende kracht met een bepaalde aanvraagdatum om systeemtechnische redenen moest worden gekozen voor de eerste van de maand. Nu deze datum ten voordele is van appellant en bovendien ook valt in de periode waarover appellant met terugwerkende kracht zijn ouderdomspensioen wenste, ziet de Raad geen reden waarom het bestreden besluit niet in stand zou kunnen blijven.