Uitspraak
18.5595 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de geschiktheid van bepaalde functies voor appellante, die een WIA-uitkering ontvangt. Appellante had zich ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten en was eerder 100% arbeidsongeschikt verklaard. Het Uwv had haar na een melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid een lagere mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld, wat leidde tot een bestreden besluit waarin werd gesteld dat appellante geen recht meer had op een uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Limburg had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met haar arbeidskundige beroepsgronden. Ze betwistte de geschiktheid van de functies wikkelaar, samensteller elektronische apparatuur en besteller post/pakketten, en voerde aan dat de belasting van deze functies haar belastbaarheid overschrijdt. De Raad heeft echter geoordeeld dat de belastbaarheid van appellante niet wordt overschreden door de functies die het Uwv heeft geselecteerd. De Raad heeft de toelichting van de arbeidsdeskundige op de signaleringen in de functie samensteller elektronische apparatuur overtuigend geacht en heeft geconcludeerd dat de aan deze functie verbonden belasting de belastbaarheid van appellante niet overtreft.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor een veroordeling tot vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de belastbaarheid van appellanten in het kader van de WIA en de rol van de arbeidsdeskundige in dit proces.