ECLI:NL:CRVB:2020:1945
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering wegens gebrek aan verzekering op de datum van aanvraag
Op 20 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaken 20/2192 WIA en 20/2193 WIA-VV. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het Uwv terecht de aanvraag van verzoeker om een WIA-uitkering heeft afgewezen, omdat verzoeker op 30 juli 2017 niet verzekerd was voor de Wet WIA. Verzoeker had in hoger beroep voornamelijk dezelfde gronden aangevoerd als in de eerdere procedure, die door de rechtbank Gelderland op 22 mei 2020 was behandeld. De rechtbank had vastgesteld dat verzoeker op de relevante datum geen dienstverband of uitkering had en dus niet voldeed aan de verzekeringsvereisten. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en benadrukt dat persoonlijke en financiële omstandigheden van verzoeker niet kunnen leiden tot toekenning van een WIA-uitkering als niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Het hoger beroep van verzoeker is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Tevens is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen grond was voor het treffen van een dergelijke voorziening. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).