ECLI:NL:CRVB:2020:1944
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschrift ingediend vanuit het buitenland en risico van late ontvangst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Marokko, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat op 26 juni 2018 aan hem was verzonden. De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift eindigde op 7 augustus 2018. Appellant heeft het bezwaarschrift op 6 augustus 2018 ter post bezorgd, maar het Uwv ontving het pas op 17 augustus 2018, meer dan een week na afloop van de bezwaartermijn. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, omdat er geen omstandigheden waren die de te late indiening van het bezwaarschrift konden rechtvaardigen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellant het risico had genomen door het bezwaarschrift op de één na laatste dag van de bezwaartermijn ter post te bezorgen. Het is niet ongebruikelijk dat post vanuit Marokko langer onderweg is, en appellant had hiermee rekening moeten houden. De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat hij het bezwaarschrift eerder had kunnen verzenden, en dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De beslissing van het Uwv om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren werd derhalve als terecht beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.