Uitspraak
10 april 2019, 18/4708 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante, die zich sinds 2006 ziek heeft gemeld, was eerder in het kader van de Wet WIA beoordeeld en had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv heeft haar herbeoordeeld in het kader van project Thassos, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% werd vastgesteld, wat leidde tot beëindiging van haar uitkering. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, met de overweging dat zij niet bevoegd was om te oordelen over de rechtmatigheid van de beoordeling in het kader van project Thassos, zoals bepaald in artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft deze overwegingen bevestigd en geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn dat de verzekeringsartsen bevooroordeeld waren of dat het onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad heeft de medische beoordeling van het Uwv onderschreven en vastgesteld dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar belastbaarheid onjuist is vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.