Uitspraak
19 september 2019, 18/5540 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant het verschuldigde griffierecht van € 128,- niet tijdig had betaald en bovendien de termijn voor het indienen van het beroepschrift had overschreden. De appellant had het beroepschrift digitaal ingediend op 20 november 2019, terwijl de termijn voor indiening op 9 oktober 2019 was verstreken. De rechtbank had de uitspraak op 19 september 2019 aan de appellant toegezonden, maar deze was niet afgehaald, wat leidde tot een tweede verzending. De appellant stelde dat hij de uitspraak pas op 8 november 2019 had ontvangen, maar de Raad oordeelde dat het risico van een tijdige indiening van het beroepschrift volledig voor rekening van de appellant kwam. De Raad concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest, en verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.