ECLI:NL:CRVB:2020:1852
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B. Arabaci, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een WIA-uitkering en de intrekking van het hoger beroep vond plaats omdat het Uwv op 3 december 2019 een gewijzigde beslissing op bezwaar heeft genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante.
Na de intrekking van het hoger beroep heeft appellante verzocht om een veroordeling van het Uwv in de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv in de kosten moet worden veroordeeld, aangezien appellante redelijkerwijs kosten heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 1.050,- voor het beroep en € 525,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.575,-.
De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2020. De Raad heeft de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, specifiek artikel 8:75a en 8:108, die betrekking hebben op de proceskostenvergoeding bij intrekking van het beroep.