ECLI:NL:CRVB:2020:1852

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
12 augustus 2020
Publicatiedatum
13 augustus 2020
Zaaknummer
17/6426 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B. Arabaci, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een WIA-uitkering en de intrekking van het hoger beroep vond plaats omdat het Uwv op 3 december 2019 een gewijzigde beslissing op bezwaar heeft genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante.

Na de intrekking van het hoger beroep heeft appellante verzocht om een veroordeling van het Uwv in de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv in de kosten moet worden veroordeeld, aangezien appellante redelijkerwijs kosten heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 1.050,- voor het beroep en € 525,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.575,-.

De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2020. De Raad heeft de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, specifiek artikel 8:75a en 8:108, die betrekking hebben op de proceskostenvergoeding bij intrekking van het beroep.

Uitspraak

Datum uitspraak: 12 augustus 2020
17/6426 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van
8 september 2017, 17/890 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. B. Arabaci, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 3 december 2019 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 16 december 2019 heeft mr. Arabaci namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de beslissing op bezwaar van 3 december 2019 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 1.050,- in beroep en € 525,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.575,-.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2020.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) K.R. van Renswoude
IvR