Uitspraak
18.4748 PW-PV
OVERWEGINGEN
(lees: ingetrokken) en de gemaakte kosten van bijstand over die periode tot een bedrag van € 162.735,80 teruggevorderd. Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door over de te beoordelen periode niet te melden dat hij de beschikking had over een ABN-rekening waarop 67 kasstortingen zijn gedaan tot in totaal een bedrag van € 122.035,-. Hij heeft verder, hoewel daarom verzocht, geen objectief verifieerbare bewijsstukken verstrekt dat deze kasstortingen afkomstig waren van zijn broer uit Irak en dat deze kasstortingen bedoeld waren om voor zijn broer fotoapparatuur te kopen. Appellant heeft ten slotte ook geen administratie bijgehouden van de stortingen, aankopen en verschepingen naar Irak. Hierdoor is het recht op bijstand van appellant niet vast te stellen.