Uitspraak
19.643 JW, 19/2329 JW
20 december 2018, 18/4339 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die kampt met ADHD en een separatie angststoornis, had een aanvraag ingediend voor extra jeugdhulp in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb), bovenop de reeds ontvangen jeugdhulp. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard en het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, omdat het college onvoldoende had aangetoond dat de ouders van de appellant in staat waren om zelf de benodigde hulp te bieden.
Na de uitspraak van de rechtbank heeft het college op 7 maart 2019 een nieuwe beslissing genomen, waarin het bezwaar van de appellant opnieuw ongegrond werd verklaard. De Raad heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de gronden van de appellant zich in hoger beroep enkel richtten tegen deze nieuwe beslissing. De Raad oordeelde dat de verwijzing naar een rapport van een orthopedagoog, waarin werd gepleit voor extra jeugdhulp, niet voldoende was om het standpunt van het college te weerleggen. De Raad concludeerde dat het college terecht had vastgesteld dat de eigen mogelijkheden van de ouders toereikend waren.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep van de appellant tegen de beslissing van het college ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de eigen verantwoordelijkheid van ouders in het bieden van ondersteuning aan hun kinderen, en dat extra hulp alleen kan worden verstrekt als daar voldoende onderbouwing voor is.