1.3.Bij besluit van 24 januari 2017 heeft het college Maastricht namens het college de aanvraag afgewezen op de grond dat het bedrijf dat appellant wil beginnen niet levensvatbaar is. Het college Maastricht heeft daarbij het advies overgenomen van Motivity. Bij besluit van 13 november 2017 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van
24 januari 2017 ongegrond verklaard. Het college ziet in wat appellant heeft aangevoerd geen concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan het advies van Motivity.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Ten aanzien van de levensvatbaarheid en het advies van Motivity heeft de rechtbank het volgende overwogen, waarbij voor “eiser” appellant moet worden gelezen en voor “verweerder” het college:
“ 12. Motivity heeft in het rapport aangegeven dat eiser niet zelf beschikt over middelen om de start van zijn bedrijf te financieren. De kredietbehoefte is berekend op € 25.700,-. Hij kan
€ 3.000,- bij familie lenen zodat de resterende kredietbehoefte € 22.700,- bedraagt. Eiser heeft de aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering om in zijn levensonderhoud te voorzien tijdens de start van het bedrijf. Hij wil geen lening aangaan vanwege de huidige schuld bij de ING bank (€ 22.417,-) en andere schulden (totale schuld € 39.351,-). Eiser staat onder bewind. Volgens Motivity kan de gezondheid van eiser, hij draagt een pacemaker, mogelijk een belemmering vormen voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Zijn kennis en achtergrond van groente en fruit is beperkt evenals de commerciële vaardigheden. Zijn praktische kennis en ervaring in de branche zijn onvoldoende en de door eiser gehanteerde uitgangspunten in de investerings- en exploitatie begroting is niet reel. De ondernemers-capaciteiten worden als onvoldoende beoordeeld. De bruto-winstmarge van 30% die eiser voor ogen heeft, is niet realistisch gezien het branche gemiddelde van 14,6%. Hij wil geen leverancierskrediet verstrekken aan zijn klanten, maar dat is wel gebruikelijk in de branche. Dit kan een negatieve factor zijn bij het aantrekken van klanten. De promotieplannen zijn niet doordacht en onvoldoende uitgewerkt. Voor het transport van de groente wil hij geen gebruik maken van een auto met koeling. Volgens Motivity is koeling van de groente en fruit beter voor de kwaliteit van het product en voor de voedselveiligheid. Hij is onvoldoende op de hoogte van de vereisten om de voedselveiligheid te waarborgen. Als eiser als groothandel actief wil zijn, dan dient hij ook over een bedrijfsruimte te beschikken. Het bedrijfsconcept wordt als matig beoordeeld. Hoewel de afzetmarkt positief is, onderschat eiser de concurrentie; alle horecabedrijven worden nu ook beleverd door leveranciers. Eiser moet zijn klantenbestand nog van onderaf opbouwen en heeft daardoor een achterstand ten opzichte van bestaande leveranciers. Zijn marktpositie is zwak. Volgens Motivity is de taakstellende omzet € 376.270,-. Deze omzet ligt ver boven de door eiser geraamde omzetten over de eerste drie jaar (jaar 3 € 96.000,-.) Er bestaat niet de verwachting dat eiser in staat zal zijn de taakstellende omzet te realiseren. Motivity concludeert dat de onderneming niet levensvatbaar zal zijn en adviseert om de aanvraag Bbz 2004 af te wijzen.
13. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zijn besluit tot afwijzing mocht baseren op het rapport van Motivity. Niet gebleken is dat dit rapport is gebaseerd op onjuiste gegevens, dan wel dat sprake is geweest van een onzorgvuldig onderzoek. Eiser heeft zijn beroepsgronden op geen enkele wijze onderbouwd, maar enkel verwezen naar zijn eigen ondernemingsplan. Motivity heeft echter gemotiveerd en onderbouwd uiteengezet op welke punten het ondernemingsplan onvoldoende is. Zo heeft eiser weliswaar gesteld dat de door Motivity noodzakelijk geachte omzet van € 376.270,- verre van realistisch is, maar hij heeft deze stelling niet inzichtelijk gemaakt en op geen enkele manier onderbouwd met objectieve gegevens of met een deskundig tegenadvies. Motivity heeft in het rapport een onderbouwde berekening gemaakt van de begrote exploitatie en de benodigde omzet om zelfstandig, zonder Bbz-uitkering te kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen zowel zakelijk als privé, inclusief het aflossen van de Bbz-lening. Verder heeft Motivity toereikend onderbouwd dat een bestelbus met koeling en een bedrijfsruimte nodig is, terwijl eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat een bedrijfsruimte en koeling niet nodig zijn.
14. Gelet op vorenstaande overweging is de rechtbank van oordeel dat verweerder de aanvraag heeft kunnen afwijzen. De stellingen van eiser dat hij wel ondernemerscapaciteiten heeft en dat zijn gezondheidssituatie niet aan het starten als zelfstandige in de weg hoeft te staan, behoeven derhalve geen bespreking. ”
3. In hoger beroep heeft appellant zich op hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Appellant heeft aangevoerd dat hij wel een deskundig tegenadvies heeft ingebracht. Het ondernemingsplan is samen met een administratiekantoor opgesteld. Het administratiekantoor is ervaren met het opstellen van ondernemingsplannen. Het onderzoek van Motivity is onzorgvuldig. Appellant heeft vanaf het begin van zijn aanvraag duidelijk gemaakt zo weinig mogelijk leningen aan te willen gaan en zo weinig mogelijk kosten te willen maken. Motivity gaat uit van een onrealistisch hoog taakstellende omzet en van een veel te hoge inkoopwaarde van producten. Appellant heeft juist om het bedrijf levensvatbaar te krijgen gekozen voor realistische en goedkopere opties, bijvoorbeeld door geen bedrijfspand te huren.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.