Uitspraak
18.1439 WIA
OVERWEGINGEN
.De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vastgesteld dat hierdoor de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid niet wijzigt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van het Uwv om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Appellant, die zich op 22 mei 2014 ziek meldde met psychische en lichamelijke klachten, had een aanvraag ingediend op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts had vastgesteld dat appellant belastbaar was, rekening houdend met zijn beperkingen, en had een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgesteld. Het Uwv weigerde echter de WIA-uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht.
De rechtbank Oost-Brabant had het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen van appellant correct waren vastgesteld. In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn beperkingen waren onderschat en dat hij volledig arbeidsongeschikt was. Hij verwees naar een rapport van een onafhankelijk bedrijfsarts, waarin ernstige psychische klachten werden beschreven.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies medisch geschikt waren voor appellant. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat de medische beoordeling zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vastgestelde beperkingen. Het hoger beroep van appellant werd dan ook afgewezen en de eerdere uitspraak werd bevestigd.