ECLI:NL:CRVB:2020:15
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens onduidelijke financiële situatie en huur boven bijstandsnorm
Op 7 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellant die bijstand ontving op grond van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had de bijstand van de appellant met ingang van 1 oktober 2016 ingetrokken, omdat de maandelijkse huurkosten van zijn woning hoger waren dan de bijstandsnorm. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet voldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie en dat zijn verklaringen over de huur tegenstrijdig waren. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het aan de appellant was om aannemelijk te maken dat zijn huurlasten lager waren dan in de huurovereenkomst vermeld. De appellant had echter geen bankafschriften overgelegd en zijn verklaringen waren inconsistent. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld, wat leidde tot de intrekking van de uitkering. De Raad concludeerde dat de appellant de op hem rustende inlichtingenplicht had geschonden, wat een grond vormt voor intrekking van de bijstandsuitkering. Het hoger beroep van de appellant werd verworpen, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.