ECLI:NL:CRVB:2020:1494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep WIA
In deze zaak heeft het Uwv op 31 oktober 2019 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Appellant, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde Den Hollander-Fischer, heeft op 13 november 2019 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten moet worden veroordeeld die appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de proceskosten in beroep € 1.050,- bedragen en in hoger beroep € 525,-, wat resulteert in een totaalbedrag van € 3.487,85. Daarnaast is het verzoek om vergoeding van de rapportage van mw. M.J. Gerritze, verzekeringsarts, toegewezen. De Raad heeft de uitspraak gedaan op 15 juli 2020, waarbij het onderzoek ter zitting achterwege is gelaten en het Uwv is veroordeeld in de kosten van appellant.