ECLI:NL:CRVB:2020:1436
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- J.B. Beerens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking AIO-aanvulling en toepassing kostendelersnorm
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Bakker, had hoger beroep ingesteld tegen de intrekking van zijn aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb had deze intrekking gebaseerd op de toepassing van de kostendelersnorm, omdat de inwonende zoon van appellant als kostendelende medebewoner werd aangemerkt. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerde appellant aan dat de kostendelersnorm niet van toepassing was, omdat zijn zoon tijdelijk bij hem inwoonde vanwege ernstige ziekte. De Raad overwoog echter dat, zelfs zonder toepassing van de kostendelersnorm, het inkomen van appellant al hoger was dan de bijstandsnorm, waardoor hij geen recht had op de AIO-aanvulling. De Raad concludeerde dat appellant geen voldoende procesbelang had bij de beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien het resultaat dat hij nastreefde niet bereikt kon worden.
Daarom verklaarde de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door W.F. Claessens als voorzitter en J.B. Beerens als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 7 juli 2020.