ECLI:NL:CRVB:2020:1426
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de zorgvuldigheid van medisch onderzoek in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, die zich ziek had gemeld na een operatie voor een partiële leverdonatie, was het niet eens met de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering door het Uwv. De rechtbank had geoordeeld dat het medisch onderzoek dat door het Uwv was uitgevoerd, zorgvuldig was en dat de aangenomen belastbaarheid van appellante juist was. Appellante stelde in hoger beroep dat er meer beperkingen waren dan door de verzekeringsartsen waren aangenomen en dat er ten onrechte geen urenbeperking was vastgesteld.
De Raad heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat de door de verzekeringsartsen aangenomen belastbaarheid van appellante niet ter discussie stond. De Raad bevestigde dat de functies die aan de EZWb ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellante. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.