ECLI:NL:CRVB:2020:1387
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gewijzigde beslissing op bezwaar door het Uwv met betrekking tot WIA
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de gewijzigde beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 juli 2020 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 4 december 2019 tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant zijn hoger beroep ingetrokken en verzocht om een kostenveroordeling voor de proceskosten die hij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep.
De Raad heeft de proceskosten begroot op € 1.050,- voor de behandeling in beroep en € 1.050,- voor de behandeling in hoger beroep, beide voor verleende rechtsbijstand. Daarnaast is er een vordering van € 1.966,25 in verband met een rapport van de bedrijfsarts M.T.M. Melis, die ook voor vergoeding in aanmerking komt. De Raad heeft besloten dat het Uwv in totaal € 4.066,25 aan appellant moet vergoeden voor de gemaakte kosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter B.J. van de Griend en griffier K.R. van Renswoude.