ECLI:NL:CRVB:2020:137
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- H. Spaargaren
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de intrekking van de WIA-uitkering en de mate van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die eerder een WIA-uitkering ontving, had verzocht om herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had geoordeeld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant terecht op minder dan 35% was vastgesteld. De Raad heeft de conclusies van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Appellant had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die zijn stellingen konden onderbouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in het vaststellen van arbeidsongeschiktheid en de rol van de verzekeringsartsen in dit proces.