ECLI:NL:CRVB:2020:1360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang bij verplichting tot het zoeken van vrijwilligerswerk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juni 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen aan appellante de verplichting had opgelegd om twintig uur per week vrijwilligerswerk te zoeken. Appellante heeft inmiddels vrijwilligerswerk gevonden en werkt sinds 1 april 2017 bij het Moedercentrum, waar haar uren zijn uitgebreid naar twaalf uur per week.
De Raad heeft zich in deze uitspraak gericht op de vraag of appellante nog procesbelang heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, nu zij de verplichting om vrijwilligerswerk te zoeken niet meer hoeft na te komen. De gemachtigde van het college heeft ter zitting aangegeven dat er geen maatregel is opgelegd aan appellante en dat zij geen belang heeft bij de beoordeling van de opgelegde verplichting.
Gelet op deze omstandigheden heeft de Raad geconcludeerd dat het procesbelang van appellante is komen te vervallen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien er geen geschil meer is. De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.