ECLI:NL:CRVB:2020:1298
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was op 11 maart 2020 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht van € 131,00, met de mededeling dat dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de verzending van de brief op de aangegeven bankrekening moest zijn bijgeschreven. Ondanks een tweede herinnering op 11 april 2020, heeft appellant het griffierecht niet tijdig voldaan.
Daarnaast was het beroepschrift niet voorzien van de benodigde gronden, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant kreeg de gelegenheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft ook deze termijn ongebruikt laten verstrijken. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest. Gezien het ontbreken van tijdige betaling van het griffierecht en het ontbreken van beroepsgronden, werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak werd gedaan door W.J.A.M. van Brussel, in tegenwoordigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet te doen.