ECLI:NL:CRVB:2020:127
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens ontbreken spoedeisend belang
In deze zaak heeft verzoekster, die lijdt aan een verstandelijke beperking, PTSS, een autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsproblematiek, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder het beroep van verzoekster tegen een besluit van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. ongegrond verklaard. Dit besluit weigerde de verlening van een persoonsgebonden budget (pgb) omdat de curator van verzoekster niet voldeed aan de vereisten voor gewaarborgde hulp en er twijfels bestonden over de doelmatigheid van het pgb. Verzoekster heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij dringend zorg nodig heeft. De voorzieningenrechter heeft op 22 januari 2020 uitspraak gedaan en het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was, aangezien verzoekster vanaf haar verhuizing naar een kleinschalig wooninitiatief altijd zorg heeft ontvangen, ook al was de huur- en zorgovereenkomst opgezegd. Bovendien was er geen bewijs dat de zorginstelling de zorg niet meer wilde voortzetten. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de behandeling van de hoofdzaak kon worden afgewacht.