ECLI:NL:CRVB:2020:1269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.A. Achterberg
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Uwv na intrekking van het beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S.J.W.C. Lipman, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 10 januari 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellante op 13 januari 2020 het hoger beroep introk en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De Raad overweegt dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. In dit geval is het Uwv tegemoetgekomen aan de bezwaren van appellante, waardoor de Raad enkel de kosten van het beroep en het hoger beroep moest beoordelen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten, die zijn begroot op € 1.050,- voor het beroep en € 525,- voor het hoger beroep, naast de kosten voor de ingeschakelde deskundige.
De totale kosten die het Uwv moet vergoeden aan appellante bedragen € 2.799,23, inclusief de kosten voor de rapportage van de verzekeringsarts. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, met J.A. Achterberg als griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 juni 2020.