Uitspraak
19.1923 AW
OVERWEGINGEN
10 juni 2016, in afwijking van het advies van de Bezwaaradviescommissie HRM, ongegrond verklaard.
22 februari 2017 onvoldoende gemotiveerd op grond waarvan hij is afgeweken van het onder 1.2 genoemde voornemen alsmede het advies van de Bezwaaradviescommissie HRM. Hoewel de rechtbank onderkent dat herkenbaarheid een rol kan spelen bij de vraag of de functie passend is, heeft de korpschef onvoldoende gemotiveerd waarom pas in het besluit van 22 februari 2017, in weerwil van het gemotiveerde voornemen, is gesteld dat het risico op herkenning te groot is. Niet duidelijk is geworden in hoeverre de invulling van de functie [functie 2] door appellant kan worden aangepast aan de vrees voor herkenning. De functie omvat het aansturen, coachen en begeleiden van senior runners, waarbij appellant zelf ook deels in het werkveld werkzaam zal zijn. Niet is duidelijk of en in hoeverre appellant, zoals hij zelf heeft gesteld, keuzes kan maken ten aanzien van de situaties waarin hij zich begeeft en of dergelijke overwegingen een rol hebben gespeeld in de besluitvorming.