Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
1 punt voor het verschijnen ter zitting).
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 17/1825 WIA. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R.G. van den Heuvel, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 5 februari 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant. Op 10 februari 2020 heeft de appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van het Uwv in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv geen verweerschrift heeft ingediend en dat het onderzoek ter zitting achterwege is gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft overwogen dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv de gemaakte kosten in de bezwaarfase al had vergoed, maar dat de kosten in beroep en hoger beroep nog moesten worden beoordeeld.
De Raad heeft de kosten voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep begroot op € 1.050,- voor elk, en heeft daarnaast de kosten van € 102,96 voor het opvragen van medische informatie bij GGZ Delfland als vergoedbaar aangemerkt. Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het Uwv veroordeeld tot een totale kostenvergoeding van € 2.202,96 aan de appellant. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 11 juni 2020.