Uitspraak
29 november 2018, 17/1220 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door J.E. Eshuis, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 11 maart 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante op 25 maart 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft vervolgens de kosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep toegewezen. De kosten zijn begroot op € 1.312,50 voor het beroep en € 525,- voor het hoger beroep, met in totaal € 1.453,78 voor medische informatie en € 55,40 voor reiskosten. De totale kostenvergoeding aan appellante bedraagt € 3.346,68. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier J.A. Achterberg, en is openbaar uitgesproken op 11 juni 2020.