Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten ten bedrage van € 2.158,15.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar recht op ziekengeld. Appellante was werkzaam als redacteur en heeft zich op 2 april 2014 ziek gemeld. Het Uwv heeft haar in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). In een eerder besluit van 7 oktober 2015 heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen een eerdere beslissing ongegrond verklaard. De rechtbank Limburg heeft dit besluit bevestigd in een uitspraak van 14 oktober 2016.
Na een deskundigenrapport heeft het Uwv op 16 december 2019 een nader besluit genomen, waarbij het bezwaar van appellante alsnog gegrond werd verklaard. Appellante heeft recht op ZW-uitkering vanaf 2 mei 2015 en de kosten van bezwaar worden vergoed. Appellante is het echter niet eens met het oordeel van de deskundige over haar arbeidsvermogen, wat mogelijk gevolgen heeft voor een toekomstige beoordeling onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv geheel aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, waardoor appellante geen belang meer heeft bij een oordeel in hoger beroep. Het hoger beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.158,15 bedragen.