ECLI:NL:CRVB:2020:1177
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- J.A. Achterberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 juni 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De reden hiervoor is dat appellant niet tijdig het verschuldigde griffierecht heeft betaald.
Appellant werd in oktober 2019 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht van € 128,- en kreeg de gelegenheid om dit bedrag binnen 28 dagen te betalen. Ondanks meerdere herinneringen en een verzoek om vrijstelling van het griffierecht, heeft appellant niet voldaan aan de betalingsverplichting. De Raad heeft het verzoek om vrijstelling afgewezen, omdat het inkomen van appellant meer dan 90% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande bedraagt.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald en dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Daarom is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door M. Greebe, met J.A. Achterberg als griffier, en is openbaar uitgesproken op 5 juni 2020.