ECLI:NL:CRVB:2020:116
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring beroep wegens termijnoverschrijding in WIA-PV zaak
Op 16 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/6169 WIA-PV. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam van 31 oktober 2018, waarin het beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellante had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 22 november 2017, waarin werd vastgesteld dat zij met ingang van 6 oktober 2017 geen uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen zou ontvangen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de termijnoverschrijding door appellante niet verontschuldigbaar was. Het beroepschrift was te laat ingediend, en de Raad oordeelde dat de argumenten die appellante in hoger beroep aanvoerde, in wezen een herhaling waren van wat zij eerder had betoogd. De rechtbank had deze gronden al afdoende besproken en terecht geoordeeld dat deze niet slagen.
Appellante had niet aangetoond dat zij om medische redenen niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. De Raad merkte op dat de brief van de behandelend psycholoog niet voldoende bewijs bood voor haar stelling dat zij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen. De enkele mededeling dat zij een lumbaalpunctie had ondergaan, was onvoldoende om te concluderen dat zij gedurende de beroepstermijn niet in staat was om actie te ondernemen. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en werd er geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.