ECLI:NL:CRVB:2020:1123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van functionele mogelijkheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellante, die eerder een WGA-loonaanvullingsuitkering ontving, had zich gemeld wegens psychische klachten en lichamelijke beperkingen. Na een herbeoordeling door het Uwv, waarbij een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) werd opgesteld, concludeerde het Uwv dat appellante in staat was om de geselecteerde voorbeeldfuncties te vervullen. Het Uwv beëindigde daarop de uitkering, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht.
De rechtbank Gelderland had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen op overtuigende wijze hadden toegelicht dat appellante in staat was om te werken. Appellante ging in hoger beroep en voerde aan dat de uitspraak van de rechtbank in strijd was met de relevante wetgeving en dat de feitelijke grondslag onjuist was.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar beoordeling de gronden van appellante besproken en geconcludeerd dat deze niet konden slagen. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat appellante, gezien haar functionele mogelijkheden, de voorgehouden functies kon vervullen. Het hoger beroep werd verworpen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.