Uitspraak
21 oktober 2019, 19/436 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
L.R. Scherpenzeel-Carlier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar
Centrale Raad van Beroep
Op 6 mei 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/4501 WIA. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig is betaald. De appellant, die in hoger beroep ging tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 21 oktober 2019, werd in eerdere correspondentie herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 128,- binnen een bepaalde termijn te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was, en concludeerde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in aanwezigheid van griffier L.R. Scherpenzeel-Carlier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.