ECLI:NL:CRVB:2019:986
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van onduidelijke financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De appellante had op 19 februari 2016 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend, maar het college weigerde deze aanvraag op 18 augustus 2016. De reden voor de afwijzing was dat appellante en haar partner niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeerden. Tijdens de procedure werd duidelijk dat appellante en haar partner niet alle gevraagde financiële gegevens hadden overgelegd, wat leidde tot onduidelijkheid over hun financiële situatie. De Raad oordeelde dat de appellante niet had voldaan aan de inlichtingenverplichting, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De terugvordering van eerder verstrekte voorschotten werd ook bevestigd, omdat er geen recht op bijstand bestond. De Raad concludeerde dat het college op goede gronden de aanvraag had afgewezen en de terugvordering had doorgevoerd.